De tweede zondag van Advent
Het gebeurde in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius: Pontius Pilatus was landvoogd van Judea; Herodes gouverneur van Galilea; zijn broer Filippus gouverneur van het gewest Iturea en Trachonitis, en Lysanias gouverneur van Abilene; Annas en Kajafas bekleedden het hogepriesterschap. Evangelie van Lucas, 3, 1-6.
In een breed historisch panorama houdt de evangelist Lucas ons voor in welke context Jezus naar de aarde komt. De evangelist richt het oog in het bijzonder op Johannes de doper en alle autoriteiten op het moment. Burgerlijke en religieuze autoriteiten worden genoemd, en we komen dan uit op de jaren 27 en 28 n.Chr. Waarom zal Lucas zo veel historische details hebben genoemd? Waarom de bijzondere mededeling dat het woord van Gods neerdaalde op Johannes? Laten we er dit uit concluderen dat Lucas duidelijk wil maken dat de persoon van Jezus geen fictie is. Hij geboren en werkzaam geweest hier op aarde op een specifieke plaats en in aan te duiden jaren. Het woord van God moet neerdalen over Johannes de Doper om zijn werk te beginnen.
Ja, de persoon van Jezus Christus is geen verhaaltje, geen sprookje dat we aan de kleine kinderen vertellen om ze in slaap te krijgen. En het woord van God zoekt mensen om in neer te dalen, het mag niet vruchteloos blijven. Daarom zingen we in de Advent ook: Rorate caeli desuper et nubes pluant iustum. Dauwt hemelen van omhoog om de aarde te bevochtigen en vruchten voort te brengen.
Staan we elke dag van de Advent even stil in ons gebed met de overweging van het Evangelie bij de persoon van Jezus Christus wiens komst we voorbereiden, de komst twee eeuwen geleden en de komst op het einde van de tijd. Zo kan het woord opnieuw in ons hart neerdalen.
Aanstaande woensdag vieren we het hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, Maria die als moeder van God zonder zonde is geboren. Zij weet het beste hoe je de komst van haar zoon Jezus voorbereidt! Als we de rozenkrans bidden, vraag dan ook dat zij ons hierbij wil helpen.